Wijzigingen box 3
Box 3 in het kort• Je betaalt box 3-belasting als je vermogen op 1 januari hoger is dan het heffingsvrije bedrag.
• De Belastingdienst rekent met fictieve rendementen, maar dat systeem verandert.
• Vanaf 2025 kun je je werkelijk rendement doorgeven om mogelijk geld terug te krijgen.
• In 2026 daalt het heffingsvrije vermogen en stijgt het forfaitair rendement op beleggingen fors.
• In 2028 gaat een geheel nieuw stelsel in: alleen werkelijk rendement wordt belast.
________________________________________
Box 3 vermogen
• Spaargeld (ook zakelijk spaarsaldo bij een eenmanszaak of vof)
• Beleggingen, zoals aandelen en obligaties
• Cryptovaluta
• Tweede woning of verhuurd pand
• Vorderingen en contant geld
• Let op: je eigen woning valt niet in box 3 maar in box 1 (via het eigenwoningforfait).
________________________________________
Vrijstellingen 2025
• Heffingsvrij vermogen: € 57.684 per persoon / € 115.368 voor fiscale partners
• Extra vrijstelling groene beleggingen: € 26.312 per persoon / € 52.624 voor fiscale partners
(Deze regeling verdwijnt in 2027.)
________________________________________
Belasting in 2025
De Belastingdienst rekent met drie soorten fictieve rendementen:
1. Spaargeld: 1,44%
2. Beleggingen en overige bezittingen: 5,88%
3. Schulden: 2,62%
4. Over het berekende rendement betaal je 36% belasting. Conclusie: spaargeld wordt relatief mild belast, beleggingen en vastgoed juist zwaar.
________________________________________
Tijdelijke oplossing: tegenbewijsregeling (2025)
Omdat het oude systeem juridisch onhoudbaar bleek, is er een tijdelijke regeling:
• Vanaf juli 2025 kun je met het formulier Opgaaf werkelijk rendement (OWR) bewijzen dat je minder rendement hebt behaald dan het fictieve percentage.
• Is je werkelijke rendement lager? Dan krijg je belasting terug.
• Je betaalt nooit méér als je werkelijk rendement juist hoger lag.
• Ook fiscale partners mogen samen of apart kiezen; de Belastingdienst rekent automatisch de meest gunstige optie.
Gegevens die je moet verzamelen:
• Bank- en spaarsaldi per 1 januari en 31 december
• Rente, dividend, huurinkomsten
• Begin- en eindwaarde van beleggingen, vastgoed en crypto
• Rente op vorderingen en schulden
• Kosten zoals beheer- of transactiekosten mag je niet aftrekken.
________________________________________
Vanaf 2026: hogere druk op vermogen
• Heffingsvrij vermogen daalt naar € 51.396 per persoon / € 102.792 voor partners
• Forfaitair rendement beleggingen stijgt naar 7,66%
• Belastingtarief blijft 36%
• Resultaat: met hetzelfde vermogen betaal je meer belasting, vooral bij beleggingen en vastgoed.
________________________________________
Vanaf 2028: belasting op werkelijk rendement
Het kabinet wil vanaf 2028 alleen het werkelijke rendement belasten: rente, dividend, huur én waardestijgingen (ook ongerealiseerd).
Belangrijk:
• Het heffingsvrije vermogen verdwijnt
• Daarvoor komt een vrijstelling van € 1.800 rendement per persoon
• Je moet je volledige vermogensontwikkeling bijhouden
• Rendementen kunnen sterk schommelen: dit brengt meer onzekerheid en administratie
De plannen zijn nog niet definitief; beide Kamers moeten nog instemmen.